In 1898 had de Heer een eigen muziekwinkel aan huis.
Harmoniums en (eigen) uitgegeven bladmuziek van Christelijke liederen waren de voornaamste bronnen van de winkel.
Daarnaast gaf Johannes de Heer ook orgelles.
In de zelf vertaalde liederen, verspreidde hij het premillennialistische denken dat hij aan hing.
Dit premillennialistische denken had hij ontdekt bij de Zevendagsadventisten.
Doch hier en daar wordt ook een nieuwe doctrine van de kerk bezongen,
die zowel afweek van de leer van de Zevendagsadventisten, als van alle kerken tot praktisch 1830.
In de zelf vertaalde
liederen verspreidde hij het premillennia- listisch denken dat hij aanhing. Ook bezingt men hierin een nieuwe kerkleer (of ecclesiologie). |
Hij mocht vele liederen uitgeven van de Amerikaanse opwekkingen ("The First, Second and Third Great Awakening" ook gaf hij liederen uit van de "Wales Revival" (1904-1905). Dit zien alle gelovigen van Pinkster en Charismatische kerken als een geweldige zegen, doch het valt te betreuren dat hij het op zo'n wijze deed, dat hij zijn valse leer er mee vermengde. Dit werd vanuit Wales en Engeland zo wie zo geaccepteerd, want de Wales Revival hoe erg zij ook vooral nadruk legde op elementen, die uit God kwamen, deze was vol met dezelfde valse leer. In Engeland was deze leer ook ontstaan in de 1820- en 1830-ger jaren, en al rond de 1840 jaren in de andere twee landen verspreid.
Johannes was is in de tijd van de opwekking in Wales ook zelf ter plaatse geweest, samen met zijn vriend Carel (J.) Hoekendijk en nog een leider uit die tijd. Samen besloten ze dat de opwekking van God was, maar dat Nederland er niet klaar voor was. Dit moet in 1905 of 1906 zijn geweest.
De Hoekendijks zouden
verder gaan als op- wekking omarmers, Joh. de Heer echter zou verder gaan als doop in de Heilige Geest hater. |
De Hoekendijks zouden echter later toch verder gaan als opwekking om-armers, toen Pinksteren in Nederland kwam, werden de Hoekendijks erbij betrokken. Joh. de Heer echter zou verder gaan als doop in de Heilige Geest hater, verwijzende naar gebeurtenissen in Duitsland, om zijn punt te maken dat het spreken in tongen van beneden was (d.i. de duivel), in plaats van boven (d.i. van God). Zelf zou hij, met de officeel refomatorische leer (velen hebben ondertussen hun mening gewijzigd) tegen Gods Woord in verklaren dat de doop in de Heilige Geest niets anders is dan de wedergeboorte. Zie voor meer informatie mijn studie op www.voortgaandereformatie.nl
Enkele muggenzifters in Nederland, die hellaas niet begrepen dat het ware gevaar schuilende in deze persoon te maken had met een "anti-doop in de Heilige Geest houding" en zijn "nieuwe leer" over de kerk, en nog andere zaken, maakten zich druk over de lage kwaliteit literaire kunst in zijn liederen.